XONAR biedt ondersteuning aan ouders die scheiden of gescheiden zijn en aan hun kind(eren). Een scheiding meemaken is een ingrijpende gebeurtenis. Soms lukt het ouders door een scheiding niet om voldoende aandacht voor hun kind(eren) te bewaren. Verloopt de scheiding problematisch en ontstaan er regelmatig conflicten tussen de ouders, dan kan dit een bedreiging voor de ontwikkeling van het kind zijn. Hulp bij de invulling van het ouderschap na een scheiding is aan te bevelen.
De specialistische hulpverleners van XONAR ondersteunen bij het behoud of herstellen van contact van het kind met beide ouders, het komen tot goede afspraken tussen beide ouders waardoor een onbelast contact tussen kind en beide ouders mogelijk wordt. Dit met het doel dat beide ouders, ieder vanuit eigen verantwoordelijkheid, het kind passend ondersteunen in hun ontwikkeling.
Wilt u weten of u of uw kind hulp kan krijgen van XONAR, of wilt u professioneel advies, neem dan contact op met onze afdeling Entree. Ook kunt u contact opnemen met de toegang tot jeugdhulp in uw gemeente. Bij het toegangsloket in uw gemeente kunt u uw vragen of zorgen bespreken.
Bekijk hieronder een overzicht van onze hulpvormen.
Kinderen in Echtscheiding Situatie (KIES) is een spel- praatgroep voor kinderen van gescheiden ouders. Onder leiding van een 2 KIES-coaches doorlopen de kinderen tijdens 7 bijeenkomsten een proces dat ingaat op de fases van de scheiding. Naast de 7 bijeenkomsten voor de kinderen is er ook, in overleg, een contactmoment mogelijk met de ouders, zowel voorafgaand als na afloop van de 7 bijeenkomsten.
Een Nieuw Ouderschap traject is er op gericht dat ouders na hun scheiding het ouderschap opnieuw vormgeven en de regie terugnemen over hun ouderschap. Hierbij wordt het belang van het kind centraal gesteld. Gewerkt wordt vanuit het principe dat er gezamenlijke gesprekken plaatsvinden van ouders met een van onze hulpverleners. Daar waar nodig zijn individuele gesprekken met één of beide ouders mogelijk. De hulpverleners nemen een neutrale positie in naar beide ouders en richten zich op het belang van het kind.
Een belangrijk aandachtspunt tijdens het traject is dat ouders enkel vanuit hun ouderpositie het gesprek over het kind voeren. Tevens is er aandacht hoe als ouder passende en haalbare afspraken te maken rondom de kinderen. Denk hierbij onder andere aan afspraken rondom omgang, bedtijd, huiswerk maken, schoolkeuze, medische zorg e.d., Dit dient dan te leiden tot een Ouderschapsplan, door ouders in gezamenlijkheid opgesteld en waarbij de belangen van het kind centraal staan en het kind een onbelast contact mag en kan hebben met beide ouders.
Het onderscheidende aan de hulpvorm ‘Nieuw Ouderschap’ ten opzichte van een reguliere mediation is dat de gesprekken op ouderniveau gevoerd worden vanuit de belangen van het kind en niet op partnerniveau. (Geschillen komend vanuit de scheiding op partnerniveau worden niet meegenomen in de gesprekken.) Een traject “Nieuw Ouderschap” kan op vrijwillige basis ingezet worden alsook opgelegd worden door de rechtbank. Tevens kan het traject zowel zonder als met een BOR Traject worden ingezet.
Een BOR traject wordt ingezet in een situatie waar na scheiding het contact en/of de omgang tussen het kind en de uitwonende ouder is gestopt. De BOR is erop gericht dat ouders van een begeleide omgang toe werken naar een onbegeleide omgang. Beide ouders onderschrijven dat ze de belangen en gevoelens van hun kind voorop stellen en er alles aan doen om de BOR voorspoedig te laten verlopen.
Vanuit het traject wordt gestart met het contactherstel van het kind of de kinderen met de uitwonende ouder. De eerste contacten vinden altijd plaats onder begeleiding van een BOR medewerker. Op het moment dat het contactherstel voorspoedig verloopt wordt er gewerkt aan uitbreiding van de contactmomenten.
Tijdens het traject wordt van ouders verwacht dat ze, met de daarbij benodigde ondersteuning, een vorm van communicatie ontwikkelen die een onbelast contact van hun kind(eren) met beide ouders voor nu en in de toekomst mogelijk maakt. Een BOR traject kan op vrijwillige basis ingezet worden en daarnaast opgelegd worden door de rechtbank.