Column van een pleegouder

Dankbaar voor de samenwerking met de pleegzorgwerker

Iedere maand schrijft een pleegmoeder een column voor XONAR. Deze maand is dat Lan, 53 jaar oud en al 38 jaar werkzaam in de zorg.

Nu ik een column mag schrijven, kan ik eindelijk eens onze dankbaarheid uitspreken naar de pleegzorgwerkers. Zij hebben ons en onze kinderen de afgelopen 14 jaar onvoorwaardelijk begeleid, ondersteund en gesteund. We hadden het geluk dat ze jaren bij onze kinderen betrokken waren en dat we in de aller moeilijkste periode met dezelfde pleegzorgwerkers mochten samenwerken. Heel belangrijk voor ons, want er moest veel worden geregeld en dat vroeg om veel gesprekken met hulpverlening. Voor ons zou dat onmogelijk zijn geweest met telkens andere pleegzorgwerkers.        

Mijn hoofd liep heel vaak over. Niet alleen van de regelzaken, maar ook van emoties die alle kanten opgingen. Want mijn liefde en zorg voor onze twee ‘bijzondere’ kinderen was zo groot, dat ik hier soms even aan ten onder dreigde te gaan. Bij het nemen van beslissingen zat er altijd, en nu nog steeds, een duiveltje op mijn schouder, die me influisterde “Nu nog niet, het gaat nog wel”. Ik ben in staat om een beslissing te nemen die ten goede van de kinderen komt, maar het duiveltje reist met me mee, altijd. Altijd weer hoor ik hem zeggen “moest dit nu, je kunt het zelf ook heel goed, je bent een sterke mama”. 

Een pleegzorgwerker zei ooit eens tegen mij: “nu moet je de rits van je hart even dicht maken”. Ik denk nog vaak aan deze woorden terug; ze had gelijk. Ik blijf het altijd tegen iedereen zeggen, een goede pleegzorgwerker is je ‘metgezel’. Soms ben je het misschien niet met elkaar eens, maar dat mag. Spreek het uit naar elkaar en ga dan samen weer verder; je kinderen zijn het uitgangspunt. Voel je veilig, zodat je eens ongegeneerd kunt snotteren als je er even doorheen zit, omdat je even niet meer in balans bent of je de energie mist om de boel te kunnen overzien. Ben gerust eens lekker boos op alles en iedereen én lach samen om ‘geluksmomentjes’.

Ik was - en ben ook nu nog altijd - heel blij als we samen kunnen sparren over zaken betreffende de kinderen. Hoe fijn is het als je pleegzorgwerker aanwezig is bij gesprekken met andere hulpverlening, zelfs tot aan Brabant toe. En hoe fijn is het, als iemand oprechte interesse in jou toont, door ook te vragen naar alledaagse dingen die eens niets met de kinderen van doen hebben. Want eerlijk gezegd mijn wereld is heel erg klein geworden sinds de komst van de pleegkinderen, zeker toen duidelijk was dat ze ook nog een beperking hadden.

Kleine kinderen vindt men schattig; er wordt gelachen om hun ondeugd. Als kinderen ouder zijn, is de lol er voor de ander vaak vanaf en wijt men gedrag aan de opvoeding. Visite blijft weg omdat je kinderen eigenlijk altijd om je aandacht vragen. Ik begrijp hoe het in hun hoofd werkt, en ben daarom een moeder die hen deze aandacht ook wil geven. Hierdoor ga je dus niet meer snel met de kinderen ergens op visite; je zit dan immers niet echt relaxed. De keren dat je nog wordt uitgenodigd voor een feestje zijn op één hand te tellen, want “ze zullen wel zeggen dat ze geen oppas hebben”. Dat klopt, want onze oppas moet wel een professionele oppas zijn; een oppas die met de problematiek van de kinderen weet om te gaan. Daarnaast wil ik soms nee zeggen, omdat ik mijn kinderen graag eens zelf naar bed wil brengen, of omdat ik na een aantal avonddiensten gewoon lekker op de bank wil hangen met mijn man.

Ik voel me helemaal niet eenzaam. Integendeel, ik geniet nu bewust van het leven en van mijn gezin. Ik ben dankbaar dat ik een geweldig lieve man heb en ik koester onze spaarzame momenten samen. Ik gun iedere pleegouder een pleegzorgwerker die jaren betrokken mag blijven. Het belang hiervan wil ik XONAR ook meegeven. Gezinsvoogden hebben we wel bij de oudste zien komen en gaan; het waren er zelfs negen. Op enig moment heb ik daarom ook de beslissing genomen om zelf pleegoudervoogd te worden. Dat geeft rust in mijn hoofd; er gebeurt niets met de kinderen waar ik niet achter sta. De kinderen hebben zelfs op hun verzoek nu al een aantal jaren onze achternaam. Wat waren ze trots toen ze post kregen van Koning Willem Alexander, die hier toestemming voor gaf.         

Geniet van het leven en van elkaar!

Liefs Lan