
Regelmatig schrijft een pleegouder een column. Deze keer is het de beurt aan Marouschka.
“Jij mag niet meer op mijn feestje komen, mam!”
De kleine meid is boos. Heel erg boos.
Het lastige is: ik ook.
Een pauze is noodzakelijk.
“Ow…ik ben wat vergeten,” zeg ik, en loop naar beneden.
Ademhalen.
Tien olifanten tellen.
Shit. Helpt niet.
Nog eens tien dan.
Hij ziet het gebeuren — mijn co-piloot.
“Zal ik het overnemen?”
Nee. Deze is van mij.
Zijn volgende vraag is: ‘Hoe ga je dit aanpakken?’
‘Op boze heks uit Sneeuwwitje wijze
of Mary Poppins wijze?’
En bam. Daar is het.
Het ijs ontdooit. We lachen.
Met een enigzins aangemeten Mary Poppins-houding loop ik weer naar boven.
Op de badkamer tref ik de kleine meid zónder Mary Poppins-houding.
Ik vraag of ze er klaar voor is,
want… ik heb naast haar Poppie, beneden ook nog een speciaal liedje voor haar gevonden.
Grote ogen.
Ik heb d’r.
Samen zingen en dansen we de voertuigen-stopdans.
Alle boosheid is eruit gefietst, geroeid, gereden… gedanst.
Een dikke knuffel sluit het verhaal.
Ik mag nog steeds niet op haar feestje komen… Maar we zijn wél weer ‘vriendinnen’. En dat is goed genoeg voor mij.
Soms zijn er momenten waarop tien olifanten tellen niet genoeg is.
Hoe fijn om dan een co piloot te hebben die helpt schakelen.
‘Second team take over’ of toch zelf doorgaan.
Op je eigen manier.
Met liefde, met rust…
en een beetje Mary Poppins.