29-01-2021

De vensterbank | Column van een Pleegmoeder

Iedere maand schrijft een pleegmoeder een column voor XONAR, deze maand over 'De vensterbank'

Geertje (40), is illustrator, vormgever, schrijfster én pleegmoeder. Ze schrijft maandelijks een column over haar belevenissen in pleegouderschap.

Geheimpje; ik schrijf deze column eigenlijk niet voor jullie. Ik schrijf hem voor mezelf, zodat ik over 20 jaar nog ergens kan teruglezen hoe het was. Voor als Harrie een lange slungel van 21 is, misschien het huis al uit. Dat ik niet vergeet hoe hij was als kleine grummel.

Iemand vroeg me laatst of ik al wat kan zeggen over zijn karakter. Dat kan ik zeker; Harrie is een avonturier, een ontdekker.

Hij is nergens bang voor. Waar we ook zijn, op schoot wil hij niet, hij wil rondlopen en kijken wat er allemaal nog meer te zien is. In die kast, achter die deur, wat is daar? Thuis klautert hij ook overal op, via het kinderstoeltje op de tafel, via het krukje in de boekenkast. En ja, hij valt ook wel eens. Best vaak eigenlijk. Maar dat heeft hem nog nooit belet het meteen weer te proberen.

Het liefste klimt hij op de vensterbank. Ik heb daar maar een schapenvachtje op de verwarming gelegd, zodat hij zijn kleine voetjes niet verbrandt. Hij geniet alleen al van het klauteren. Eerst de bank op, dat gaat nog, maar dan moet hij zich optrekken aan de rugleuning, een handje op de vensterbank plaatsen en, zonder te vallen, over de kussens heen sjravelen. Een tour de force als je pas tachtig centimeter hoog bent, maar het lukt hem altijd, zonder hulp.

Ik ga dan op mijn knieën achter hem zitten, op de bank. Meteen pakt hij een van de boekjes op die in de vensterbank liggen en drukt die in mijn gezicht: voorlezen mens. Prima, nooit zal een kind mij twee keer hoeven te vragen om iets voor te lezen. Als het boekje uit is, wijst hij naar de tuin, naar de tafel, naar de heg, naar een vogel die voorbij vliegt. ‘Die!’ roept hij bij alles, en ik geef namen aan de dingen.

Ook de planten op de vensterbank vindt hij interessant. Hij mag ze gerust aanraken, maar zachtjes. ‘Aaaaaien’ zegt hij dan, terwijl hij zijn hand over de plant laat gaan. Dat is ontstaan omdat we Harrie van meet af aan hebben geleerd dat je honden niet mag slaan of aan hun vacht mag trekken, en nu wordt alles wat met beleid moet gebeuren vergezeld van de mantra ‘aaaaaaien’.

Eén van de planten is een uit de kluiten gewassen cactus, met lange scherpe stekels. Iedere dag wil Harrie even voelen of die nog prikt. Hij doet het behoedzaam, maar steeds moet hij concluderen dat die plant nog altijd onaardig is. Maar elke dag opnieuw wint zijn nieuwsgierigheid het.

Nog een attractie op de vensterbank: de Google Home. Zo’n speaker waar je tegen kan praten. Of als djembé kan gebruiken, volgens Harrie. Hij kan inmiddels ook zelf muziek aanzetten, door er met zijn vlakke hand op te slaan. Maar zijn favoriete spelletje is: dierengeluiden. Hij wijst dan naar mijn mond en dan naar het apparaat.

“Ok Google. Wat voor geluid maakt een beer?” vraag ik.
Het witte boxje brult als een beer.
Harrie lacht opgetogen. Dieren die veel lawaai maken zijn zijn lievelings.
“Ok Google. Wat voor geluid maakt een koe?”
Geloei in de huiskamer.
Prachtig!
Iedere keer kijkt hij me weer verrukt aan alsof hij wil zeggen: wist JIJ dat? Dat een koe zo klinkt?

Als hij klaar is met de vensterbank klimt hij weer op de leuning en laat zich achterover op de bank vallen, iets waar hij zelf iedere keer weer hard om moet lachen. En ik ook.

Daarom schrijf ik het dus op. Want het nadeel van avonturiers is dat ze veel te benieuwd zijn naar wat er allemaal nog méér in de wereld te zien is. Ik moet nu maar extra genieten. In de warmte van de vensterbank, met de planten, de boekjes en dit lieve, nieuwsgierige kind.