Column van een pleegouder

We zijn nu een crisispleeggezin

Om een lang verhaal kort te maken: we zijn nu een crisispleeggezin; volgens onze dochter een ‘tussengezin’. De eerste twee keren werden we gebeld met de vraag of we plek hadden, natuurlijk… gisteren al. 

Box opgezet en weer afgebroken, gelukkig voor het kind maar jammer voor ons was er plek in het eigen netwerk. En dan op een moment dat je het totaal niet verwacht - we zaten in een ijssalon - gaat de telefoon. De kinderen waren meteen hieperdepiep, ze hadden niet eens meer het geduld om het ijsje op te eten.

Onze jongste dochter nam meteen de regie alsof ze de vrouw des Huizes is. Ze liep naar de bediening en zei: “We nemen onze bestelling mee in de auto om het onderweg naar huis op te eten, want we krijgen zo een ‘geheime missie’. De glazen brengen we morgen wel terug.”

Geweldig zo’n meedenkers. Thuis gekomen ging ze direct naar boven want Enzo Knol was nu toch echt even belangrijker voor haar dan wachten totdat het kindje kwam. “Roep me maar als ze er is, mama.” En onze oudste vond het echt super spannend allemaal. Met de duim in zijn mond, nam hij de wacht achter het raam. En iedere auto die voorbijkwam was het: “Mama het kindje is er, nee toch niet.” Ik kreeg er zelf spanning van, want we wonen aan in vrij drukke straat, kun je nagaan hoe vaak het kindje eraan kwam en dan toch weer niet.

Toen ze er was, keek ze ons met van die grote ogen aan alsof ze wilde zeggen: “Wat staan jullie me hier aan te gapen, vreemd gespuis.” Het was onze eerste plaatsing, dus heel spannend allemaal. Zo spannend dat mijn zoon vroeg: “Hoe heet het kindje eigenlijk mama?” Laat ik daar nu echt niet aan gedacht hebben. Als ziekenverzorgende dacht ik vast en zeker dat er in de tas waarschijnlijk iets van een soort overdracht zou zitten. En mijn zoon voelde zich opeens wel heel erg belangrijk en wreef me nog even onder de neus dat mama altijd alles vergeet. “O ja, ga ook maar niet met de kinderwagen rijden, want jij botst altijd overal tegenop. En weet je mama, ga jij maar boven naar bed, ik blijf bij het kindje waken”, aldus mijn zoon.

Het raakte me echt. Deze jongen heeft een verstandelijke beperking en functioneert sociaal emotioneel gezien als een peuter/kleuter. Hij was zo bezorgd en lief voor haar. Hij heeft het eerste uur alleen maar naast de box gezeten met de duim in zijn mond. Bij iedere beweging en ieder geluidje sprong hij op en aaide hij haar geruststellend. Als ze huilde, pakte hij haar op en liep met haar door de woonkamer “Want jij kunt dat niet mama, je bent niet handig en dadelijk laat je haar vallen”. Je zal het maar gezegd krijgen. De jongste kwam heel even kijken, aaide haar en zei: Ik ga morgen met jou naar de nieuwste vlog van Enzo Knol kijken.” Tja, als je dertien bent, is Enzo net iets belangrijker.

En zo begonnen we aan ons eerste avontuur. Wat hebben we genoten met z’n allen en wat hebben we gehuild toen ze na maanden weer weg ging. Maar het was oké; het gaat goed met haar en dat is het allerbelangrijkste. De plaatsing hebben we met z’n allen heel fijn kunnen afsluiten. We hebben een hele goede keuze gemaakt om crisispleeggezin te zijn.