28-12-2020

Wapperen | Column van een Pleegmoeder

Iedere maand schrijft een pleegmoeder een column voor XONAR, deze maand met als thema 'Wapperen'

Geertje (39), is illustrator, vormgever, schrijfster én pleegmoeder. Ze schrijft maandelijks een column over haar belevenissen in pleegouderschap.

Onzacht raakt Jeroens rechterhand me net naast mijn oog.
“Ey!” roep ik “Kijk eens uit waar je zwaait!”
“Ooooh sorry schat!”
De instructrice die via de laptop meekijkt giert het uit. “Mept Jeroen je nu in je gezicht??”

Het is dinsdagavond, we zitten naast elkaar op de bank, voor ons op tafel de laptop. We proberen het tweede deel van de cursus ‘Babygebaren’ onder de knie te krijgen. En dat gaat niet zonder slag of stoot, blijkbaar.

Oké, dat van die babygebaren moet ik vast even uitleggen, maar dat komt zo. Want terwijl Jeroen zich lachend verontschuldigt voor de klap, trilt mijn telefoon. Ik spiek even snel en zie een berichtje van de begeleider van de biologische ouders; of we wat foto’s kunnen sturen.

Ik begrijp wel waarom. Morgen wordt Harrie een jaar oud. Dag baby, hallo dreumes. Een bijzondere dag, maar voor pleegouders toch anders dan voor ‘gewone’ ouders.

Andere ouders kijken terug op een jaar geleden, op de bevalling, hoe op deze dag heel hun leven veranderde. Hoe ze voor het eerst hun kindje ontmoetten. Als ik terugdenk aan een jaar geleden weet ik niet eens wat ik die dag deed. Geen idee had ik, dat op dat moment, in een ziekenhuis vlakbij, een kindje geboren werd waarvan ik zo veel zou gaan houden.

Maar zijn echte ouders. Hoe moeilijk moet deze dag voor hen zijn? Zij kwamen thuis in een huis met een lege kinderkamer, een lege wieg. Van dag tot dag vechtend om hun baby terug te krijgen. Vier keer per jaar mogen ze hem zien, meer niet. Niet eens op zijn verjaardag. Niet eens met Kerstmis.

En dus stuur ik in de pauze snel wat foto’s. Officieel moet dat via de voogd, maar dat zal me even worst wezen. Ik stuur Harrie in zijn gele tuinbroek op de kinderboerderij. Met de nieuwe trui die oma breide. Schaterend achter een bordje dat hij helemaal zelf leegat.

“We gaan weer verder” zegt Jeroen, en ik leg de telefoon weg. Oh ja, de babygebaren, dat zou ik nog toelichten: het idee is dat jonge kinderen al lang voordat ze kunnen praten in staat zijn om simpele gebaren te maken. Ga maar na; zwaaien, klappen, wijzen, dat kunnen ze al heel vroeg. Het is ook niet zo moeilijk voor hen om nieuwe gebaren aan te leren, en zo kunnen ze al veel eerder duidelijk maken wat ze willen. Scheelt heel wat frustratie, voor Harrie én voor ons. En dat het werkt heeft Harrie een paar dagen geleden bewezen door heel duidelijk het gebaar voor ‘eten’ te demonstreren.

Zonder verdere ongelukken wapperen we ons door de tweede helft. Het is erg gezellig en we lachen veel, want de vrouw die de cursus geeft, doet dat ontzettend leuk, ook al moet het nu vanwege corona dan even digitaal. En zelf was ze ook ooit pleegmoeder, dat schept toch een band.

Als de cursus voorbij is kijk ik op mijn telefoon. Een doorgestuurd berichtje van de ouders, ze bedanken ons voor de foto’s. “Een knap manneke dat is het” stuurt zijn moeder.

Een klein gebaar is soms genoeg.
Jeroen.