28-02-2023

Column van een pleegouder - Jolan | carnaval

Iedere maand schrijft een pleegmoeder een column voor XONAR. Deze maand is dat Jolan

Kom Sjoenkel es richtig mit os mit…

Na Valentijnsdag kleurt ons huis rood, geel en groen. Buiten wordt de Carnavalsvlag weer aan de gevel gehangen en de kostuums worden van zolder gehaald. De YouTuber Enzo Knol wordt door dochterlief geparkeerd om plaats te maken voor Carnavalsmuziek. Want ja, ze moet wel alles kunnen meezingen.

De ‘Sjoenkel wals’ van Wiel Knippa moet ook aan de kleine spruit geleerd worden. “Klein, klein, kleutertje komt later wel een keer”, zegt dochterlief. “Nu leren we haar eerst sjoenkelen.” Op donderdag vóór Carnaval worden voor de hele familie en de woongroep van onze zoon wafels gebakken. Op vrijdag halen we haringen op de markt en dan kan het beginnen.

Ik was altijd een rasechte Carnavalist. Nu kijk ik vanaf de zijlijn mee omdat het me allemaal te druk en te hard is en te lang duurt. Ik geniet er wel van, vooral van mijn twee muzikale Carnavalisten. Dit jaar is onze dochter zover dat ze op haar bugel mee kan spelen met het Carnavalsconcert van de fanfare en met de Sjpasskapel kan meegaan. Op Carnavalsdinsdag loopt papa met zijn tuba mee in de optocht en staan wij als supporters aan de kant te kijken en genieten.

Mijn dochter heeft nu een leeftijd bereikt dat ze eigenlijk te groot is om snoepjes te rapen, maar het stiekem toch nog leuk vindt. Voorafgaand bespreek ik met haar dat snoepjes vangen vooral voor de kleine kinderen het allerleukste van Carnaval is. En dat de grote kinderen de kleine kinderen helpen om de big shoppers gevuld te krijgen, want de tijd van een plastic zak is al lang voorbij. Ze begrijpt het gelukkig en vindt het prima. Voor de zekerheid nemen we een klein plastic zakje mee “want stel er zijn geen kleine kinderen”, aldus mijn dochter.

Het zonnetje laat zich onverwacht gelukkig zien, de sfeer onder de deelnemers zit er goed in en de mensen genieten volop van de optocht. Opeens zie ik een klein jongetje van Turkse afkomst, ik schat van een jaar of 3. Hij heeft een felgroen klein stoffen tasje bij zich; leeg, zonder ook maar één snoepje. Hij rent huilend op zijn ouders af. Ik zie dat hij verdriet heeft omdat zijn tasje leeg is en de andere kinderen tassen vol met snoep hebben. Zijn ouders proberen hem af te leiden door een dansje te maken. Mijn moederhart huilt en ik loop op het gezin af en vraag aan de vader of zijn zoontje huilt omdat zijn tasje nog leeg is. Zijn vader geeft aan dat ze nog niks gevangen hebben. “Niemand gooit iets naar ons en als dat wel het geval is, dan rapen anderen het snel op. Ik durf niet te vragen of ze iets naar mijn zoontje willen gooien. Hij mag normaal geen snoepjes maar omdat het Carnaval is had ik hem beloofd dat hij vandaag mag snoepen. En nu heeft hij niks gevangen.”

Vreselijk vond ik het, de tranen liepen over mijn wangen. Mijn dochter vulde het groene tasje van het kindje, dat meteen begon te snoepen. Samen keken we de rest van de optocht. Als er snoep werd uitgegooid, dan riep ik met het kindje heel hard ALAAAAAAF. Af en toe volgde dan een klein snoepje en een zakje chips. En de andere kinderen werden platgegooid. Ik schaamde me dood omdat Carnaval een feest en verbroedering moet zijn en het niet zo voelde. De papa van het jongetje zag dat het me raakte en zei: “Mevrouw u moet niet verdrietig zijn, we zijn het gewend.”

In mijn ogen is het zo verkeerd om onderscheid te maken op basis van afkomst! Gelukkig kwam op dat moment de Prinsenwagen van onze eigen Carnavalsvereniging aan. Mijn dochter riep: “Gooi maar naar het jongetje, niet naar mij.” Gelukkig werd het begrepen, zo goed dat we nog net geen hersenschudding hadden van al dat snoepgoed. Zijn groene tasje was uiteindelijk boordevol gevuld met lekkers. We werden wel honderd keer bedankt. Die glimlach van dat menneke deed zo goed. Maar ik moet wel zeggen dat ik er slapeloze nachten van heb gehad.

Heb elkaar lief!

Groetjes van Lan