Sluit deze website
18-05-2021

Autisme en hechting

Gedragswetenschapper Joyce van Roekel vertelt meer over autisme en hechting.

Auteur: Joyce van Roekel, gedragswetenschapper binnen XONAR

Hechting
Er wordt in de literatuur veel gebruik gemaakt van termen zoals veilige en onveilige hechting. Yvonne Loekemeijer spreekt over ontwikkeling van gehechtheidsrelaties, aangezien het hechtingsproces niet in de kindertijd eindigt, maar doorloopt tot in de volwassenheid. Het gehechtheidsproces is een dynamisch en continu proces.

Loekemeijer maakt gebruik van 8 opeenvolgende fasen. In elke ontwikkelingsfase kan het gehechtheidsproces stil komen te staan. Vaak wordt er dan gesproken van een onveilige hechting. Echter dit houdt niet in dat iemand blijvend onveilig gehecht is. Het houdt in dat iemand het gehechtheidsproces nog niet heeft doorlopen en nog vol op aan het ontwikkelen is. 

Iemand kan het gehechtheidsproces verder doorlopen en alsnog veilig hechten, mits er een gehechtheidspersoon is die deze rol op zich neemt en zich aansluit bij de ontwikkelingsfase waarin het kind zich bevindt. Voorwaarde is dan wel dat deze gehechtheidspersoon sensitief is, praktisch en emotioneel beschikbaar is.

De gehechtheidsontwikkeling bestaat uit de volgende ontwikkelingsgebieden:

  • de ontwikkeling van de gehechtheidsrelaties
  • de emotionele ontwikkeling
  • de sociale ontwikkeling


Autisme en hechting
Bij kinderen met autisme verloopt de sensorische informatieverwerking, emotionele en sociale ontwikkeling anders, de manier waarop deze verwerkt worden is van grote invloed op het verloop van het gehechtheidsproces.

Iemand met autisme doorloopt dezelfde ontwikkelingsfasen van de gehechtheid, echter begint dit proces met een achterstand en verloopt dit langzamer dan gemiddeld.

Iemand met autisme heeft bij de geboorte vaak al een achterstand en bevindt zich in de beginfase in plaats van de eerste ontwikkelingsfase. Doordat de ontwikkeling niet vanzelf voortgaat, komt de gehechtheidsontwikkeling bij autisme vaak stil te staan in lage ontwikkelingsfasen. Hoe langer de ontwikkeling stilstaat, hoe groter de achterstand. Het is dus belangrijk een achterstand in de gehechtheid zo vroeg mogelijk te herkennen en daarbij aan te sluiten.

Hoe kunnen wij helpen bij de ontwikkeling van de gehechtheid?
Dit kan door de belangrijkste gehechtheidspersonen aan te laten sluiten op de ontwikkelingsfase door actieve nabijheid te bieden.

Dit houdt wel in dat actieve nabijheid verschilt per ontwikkelingsfase en per persoon, het is maatwerk. Het is bekend dat iemand met autisme langer actieve nabijheid nodig heeft om stappen te zetten in zijn gehechtheidsontwikkeling, mede omdat hij zich langer in een ontwikkelingsfase bevindt. Maar uiteindelijk kan iedereen tot de laatste ontwikkelingsfase van het gehechtheidsproces komen met de juiste aanpak.